Geplaatst op 9 maart 2019 door Alfabetisch.ComLaat een reactie achter op Bezielen Bezielen: [be·zie·len] werkwoord Tegenwoordige tijd: ik beziel / jij bezielt / wij bezielen Verleden tijd: ik bezielde / wij bezielden Voltooid deelwoord: heeft bezield Voorbeeld: Wat bezielt je? Bezielen